Voor een effectieve zoekstrategie kun je jezelf 4 vragen stellen:
1. Wat zoek ik?
a. Over welk onderwerp zoek je informatie?
b. In welk type document kun je die informatie vinden?
Formuleer dan een goede zoekvraag met de meest geschikte zoektermen.
2. Waar zoek ik?
Kies de geschikste databank/catalogus/website en die keuze is weer afhankelijk van het antwoord op vraag 1a en b. De bibliotheek geeft per vakgebied toegang tot zoeksystemen.
3. Hoe zoek ik?
a. Zoek efficiënt: gebruik relevante zoektermen in de juiste combinatie en benut de functionaliteit van de databank/zoekmachine;
b. Er zijn verschillende zoekmethodes. De bibliografische/systematische methode (met zoektermen zoeken in wetenschappelijke zoekmachines) en de sneeuwbal/citatiemethode (uitgaan van iets wat je al hebt) zijn de belangrijkste. Hoe je deze methodes precies kunt inzetten, hangt af van de mogelijkheden die het zoeksysteem biedt.
In de LibGuide Zoekstrategie lees je meer over het opzetten van een zoekstrategie.
4. Hoe selecteer/beoordeel ik?
a. Geeft de gevonden informatie antwoord op je onderzoeks(deel)vraag en
b. Is de kwaliteit van deze informatie goed?
Ga voor antwoorden op deze vragen naar de LibGuide Bronnen evalueren.
Bij belangrijke zoekacties voor een groter werkstuk of thesis is het een goed idee om als onderdeel van je zoekstrategie een zoekprofiel te maken. Met andere woorden: schrijf op in een document wat je gaat doen / gedaan hebt en welke keuzes daaraan ten grondslag liggen / lagen.
In een zoekprofiel zet je bijvoorbeeld:
Tijdens het zoeken kun je uiteraard zaken wijzigen, toevoegen of afstrepen als ze zijn gedaan of (bij zoektermen bijvoorbeeld) toch niet nuttig bleken.
Het zoekresultaat wordt vaak getoond in volgorde van relevantie. De relevantie wordt bepaald op basis van een uitgebreide set regels.
De volgende mogelijkheden kunnen zich voordoen:
1. |
Je hebt geen (0) of heel weinig documenten gevonden: controleer de spelling van je zoektermen, verifieer of je het juiste zoekveld hebt gebruikt, verruim je zoekvraag, bijvoorbeeld door: - je onderwerp ruimer te benoemen, - synoniemen toe te voegen (combineren met OF) - zoektermen te trunkeren (vaak met * soms !) |
2. |
Je hebt teveel documenten gevonden: controleer de spelling van je zoektermen, beperk je zoekvraag, bijvoorbeeld door: - andere zoektermen toe te voegen (combineren met EN) - getrunkeerde zoektermen voluit te schrijven |
Als je in een zoekactie meer dan één zoekterm gebruikt zoeken bijna alle zoekmachines naar documenten waar alle genoemde termen in voorkomen. Wil je iets anders dan moet je dat zelf aangeven met zogenaamde operatoren.
De operatoren die je meestal kunt gebruiken zijn:
AND: alle termen moeten voorkomen. Hiermee combineer je verschillende aspecten van je onderwerp.
Voorbeeld:
televisiekijken AND gedragsstoornissen AND kinderen
OR: minimaal één van de termen moet voorkomen. Hiermee kun je verschillende varianten van één aspect combineren.
Voorbeeld:
televisie OR tv OR television
behavior OR behaviour
of bijv. ook enkel- en meervoud als die beide mogelijk zijn:
kind OR kinderen OR child OR children
NOT: de term mag niet voorkomen.
Voorbeeld:
mode NOT kleding
Dubbele aanhalingstekens: "... ...": termen moeten in exact deze volgorde voorkomen.
Voorbeeld:
"Franse revolutie"
Bij ingewikkelde zoekvragen waarbij je bijv. verschillende varianten van verschillende aspecten combineert, moet je zelf met haakjes aangeven hoe de zoekmachine er mee om moet gaan.
Voorbeeld:
(televisie OR tv OR television) AND (gedrag OR behavior OR behaviour) AND (kinderen OR children)
LET OP! Operatoren en de betekenis van operatoren kunnen verschillen per database.