Skip to Main Content
Universiteitsbibliotheek – LibGuides

Zoekstrategie: Hoe zoek ik?

Naar 'Waar zoek ik?'

Gebruik je zoekgeschiedenis

Veel zoekmachines houden tijdens een sessie je zoekacties bij in een zoekgeschiedenis (Search History). Dit helpt je om:

  • overzicht houden van waar je allemaal precies naar hebt gezocht, zodat je geen dubbel werk doet,
  • een eerdere zoekactie terug te vinden,
  • snel te vergelijken wat verschillende zoekacties opleveren,
  • systematisch te werken door eerst op losse termen te zoeken en daarna de resultaten van je zoekgeschiedenis te combineren met AND, OR en NOT.

Let wel op: als je je zoekgeschiedenis ook na het afsluiten van je browsersessie wilt behouden moet je een (eigen) account aanmaken in het betreffende zoeksysteem, dat is bijna altijd gratis.

Alerts

Als je langere tijd met hetzelfde onderwerp bezig bent, is het handig automatisch geattendeerd te worden op nieuwe resultaten van een zoekactie of bijvoorbeeld nieuwe afleveringen van tijdschriften.

Bij veel systemen kan dit, meestal moet je hiervoor wel een (gratis) account aanmaken. Alerts krijg je toegestuurd per mail of in je RSS feed. Ook zijn de alerts zichtbaar als je inlogt in het systeem.

Hoe zoek ik? Opbouw zoekactie

Je hebt een zo specifiek mogelijke zoekvraag bedacht en je hebt een aantal goede zoektermen om je zoektocht mee te beginnen. Je weet ook al welke zoeksystemen je gaat gebruiken. 

Nu moet je alleen nog weten hoe je die zoeksystemen moet gebruiken. Je kunt verschillende zoekmethodes- en technieken toepassen.

Zoekmethodes

Sneeuwbalmethode: je zoekt op basis van een geschikte publicatie die je al gevonden hebt. Bijvoorbeeld andere publicaties van diezelfde auteur, of je zoekt naar andere bronnen via de literatuurlijst van een artikel (auteurs maken namelijk gebruik van andere publicaties als bron voor hun eigen werk, die bronnen worden dan vermeld in de literatuurlijst/bibliografie van de nieuwe publicatie). Met het zoeken naar referenties in een literatuurlijst ga je terug in de tijd naar oudere publicaties.

Citatiezoeken: ook hierbij zoek je op basis van een geschikte publicatie die je al gevonden hebt. Dit keer ga je kijken of deze publicatie door anderen geciteerd is. Bekijk de gevonden bronnen om te zien of ze voor jou relevant zijn. In dat geval kan je ook bij deze bronnen weer op zoek gaan naar citerende publicaties. Gebruik bij deze methode een citatiedatabase zoals Web of Science of Scopus of zoek in Google Scholar. Met deze methode ga je vooruit in de tijd naar nieuwere artikelen. Hou er wel rekening mee dat een recent gepubliceerd artikel mogelijk nog geen of weinig citaties heeft.

Catalogusmethode: Met zelfbedachte zoektermen zoeken in een zoekmachine die literatuur in een bepaalde collectie/verzameling doorzoekbaar maakt. Bijvoorbeeld in WorldCat.

Systematisch zoeken: je zoekt op basis van (gecombineerde) zoektermen in zoekmachines die literatuur op een bepaald vakgebied (of alle vakgebieden) doorzoekbaar maken (ongeacht de beschikbaarheid), met de bedoeling zo veel mogelijk literatuur over dat onderwerp te vinden. Je kunt hierbij uitbreiden (zoektermen die je tegen komt toevoegen) en beperken (zoektermen laten vervallen of limiteren op bijv. publicatiejaar). Bij systematisch zoeken kun je gebruik maken van meerdere zoektechnieken.

Zoektechnieken

Als je in een zoekactie meer dan één zoekterm gebruikt, zoeken de meeste zoekmachines naar documenten waar alle genoemde termen in voorkomen. Wil je zoektermen op een andere manier combineren? Dan moet je dat zelf aangeven met zogenaamde operatoren. Deze manier van zoeken wordt ook wel Booleaans zoeken genoemd (naar George Boole).

De operatoren die je meestal kunt gebruiken zijn:

  • AND: beide termen moeten voorkomen. Voorbeeld: mode AND Nederland
    visualisatie van de Boolean operator AND: twee witte gedeeltelijk overlappende cirkels, het overlappende gedeelte is geel, dat is wat je vind als je gebruik maakt van AND
  • OR: minimaal één van de termen moet voorkomen. Voorbeeld: mode OR trend OR hype
    visualisatie van  het gebruik van de Boolean operator OR: twee gele cirkels die elkaar gedeeltelijk overlappen. Het gele gedeelte (alles dus in dit geval) is wat je vindt bij het gebruik van OR
  • NOT (of soms AND NOT): de term mag niet voorkomen. Voorbeeld: mode NOT kleding
    visualisatie van de boolean operator NOT : twee gedeeltelijk overlappende cirkels, de rechter is geel, de linker is wit, maar ook het overlappende gedeelte is wit. Het gele gedeelte (=de linkercirkel exclusief het overlappende deel) is wat je vindt bij het gebruik van NOT
  • Exact phrase "...  ...": termen moeten samen en in exact deze volgorde voorkomen. Voorbeeld: "social media"
  • Trunceren * : door een asterisk achter de 'stam' van een woord te plaatsen zoek je op alle mogelijke uitgangen. Voorbeeld: govern* om in één keer te zoeken naar government, governments, governed, governance, governmental enz. (werkt niet in Google)
  • Maskeren/Wild cards: bijvoorbeeld een vraagteken (?) of hekje (#) kunnen gebruikt worden in plaats van een onbekend karakter. Voorbeeld: labo?r geeft resultaten met zowel labor als labour; of : wom#n geeft resultaten met zowel woman als women

Je kunt operators combineren, net zoals in wiskundige vergelijkingen. ‘AND’ gaat voor, behalve als je haakjes gebruikt om woorden die bij elkaar horen te groeperen:
(youth OR adolescent* OR "young adults") AND (bully* OR "peer harassment")

LET OP! Operatoren en wildcards kunnen verschillen per zoeksysteem.

Andere zoektechnieken die je kunt gebruiken:

  • Trefwoorden van auteurs of van de makers van een zoeksysteem gebruiken
  • Thesauri gebruiken: (vakspecifieke) overzichten van hoe vaktermen met elkaar samenhangen
  • Veldspecifiek zoeken: aangeven dat je termen in een bepaald deel van de publicatie moeten voorkomen (titel, samenvatting, auteursnaam)
  • Filters en 'limits' gebruiken: beperken van je resultaat door alleen publicaties met bepaalde kenmerken te selecteren (taal, publicatiejaar etc.)

Te weinig resultaten, wat nu?

Als je te weinig resultaten krijgt, kun je:

  • Controleren of al je termen wel correct gespeld zijn;
  • Minder specialistische termen gebruiken;
  • Je zoekvraag verbreden door alternatieven voor je zoektermen toe te voegen in een OR relatie (bijvoorbeeld: segregation OR discrimination);
  • Je zoekvraag verbreden door woordvarianten mee te nemen: ofwel in een OR-relatie (bijvoorbeeld: segregation OR segregated) ofwel door je zoektermen af te breken op de woordstam (trunceren) als de zoekmachine dat ondersteunt (bijvoorbeeld: segregat*);
  • Je zoekvraag verbreden door een aspect/variabele er uit weg te laten;
  • Je zoektermen aanpassen of aanscherpen door gebruik te maken van het trefwoordensysteem c.q. de thesaurus van een specifieke zoekmachine / database;
  • Andere zoeksystemen gebruiken.

Te veel resultaten, wat nu?

Als je te veel resultaten hebt om allemaal te gebruiken/bekijken kun je:

  • Specifieker zoeken met specifiekere termen;
  • Een extra inhoudelijk aspect aan je zoekvraag toevoegen (met AND);
  • Zoeken beperken tot bepaalde publicatiejaren;
  • De sorteervolgorde aanpassen: bekijk of je zoeksysteem op relevantie kan sorteren, of probeer ook eens te sorteren op publicatiejaar of aantal citaties;
  • Zoeken in een (onderwerpsgerelateerde) database die beter past bij je zoekvraag.

Tips & tricks

  • Schrijf op wat je hebt gedaan tijdens je zoektocht (bijv. hou een lijst bij met de zoektermen en databases die je hebt gebruikt).
  • Gebruik meer dan één zoeksysteem. In vrijwel geen enkel vakgebied kun je voor het zoeken van artikelen toe met één zoekmachine.
  • Maak gratis accounts aan in je databases en sla je zoekacties op.
  • Hoe specifieker je (vak)termen, hoe specifieker de resultaten.
  • Volg links (indien mogelijk) door te klikken op auteur, keyword, citaties en verwijzingen. Zo vind je verwante informatie.