The ChicagoStyle kent twee versies van citeren: de Notes and Bibliography style (noten en bibliografie) en de Author-Date style (achternaam en jaar van publicatie). De keuze voor een van de twee hangt samen met het onderwerp en de gebruikte bronnen
De Geesteswetenschappen (waaronder de domeinen literatuur, geschiedenis en de kunsten) geven de voorkeur aan de Notes & Bibliography style. In dit systeem worden bronnen aangehaald in genummerde voetnoten of eindnoten. Elke noot komt overeen met een verhoogd (superscript) nummer in de tekst. Bronnen worden meestal ook vermeld in een afzonderlijke bibliografie.
Het beknopte Author-Date systeem wordt gebruikt bij de natuurwetenschappen en de sociale wetenschappen. In dit systeem worden de bronnen kort weergegeven in de tekst met achternaam van auteur en jaartal tussen haakjes. In de referentielijst worden de volledige bibliografische gegevens vermeld.
Zie ook de volledige Chicago Manual of Style (e-book in collectie van de UB)
De Chicago stijl vergelijkt het citeren en refereren van AI gegenereerde tekst met een vorm van persoonlijke communicatie. Daarbij moet je wel in de tekst naar de bron verwijzen, maar je hoeft de tool niet in de literatuurlijst op te nemen. De AI tool wordt beschouwd als de auteur van het werk, als datum neem je de datum van het genereren van de content en de maker van de tool wordt vermeld als de uitgever/sponsor.
Auteur/datum stijl
Plaats alle informatie die niet in al de tekst staat, tussen haakjes.
The response to my prompt “Explain how to make pizza dough from common household ingredients" (ChatGPT, March 7, 2023), found the following recipe:…
Noten en bibliografie stijl
In de meeste gevallen kan je volstaan met een melding in de tekst, zie hierboven. Soms heb je een meer formele vermelding nodig, bijvoorbeeld in een scriptie of artikel. In dat geval maak je een voetnoot of eindnoot aan.
Bijvoorbeeld:
The response to my prompt “Explain how to make pizza dough from common household ingredients" (ChatGPT, 8 November 2023), found the following recipe1:...
Of, als je de prompt niet vermeld in de lopende tekst kan je die ook (kort) vermelden in de noot:
Note voor studenten: Docenten kunnen extra informatie van je vragen bij het gebruik van GenAI, bijvoorbeeld een uitleg van wat je hebt gedaan en waarom of zelfs je specifieke prompts. Informeer van tevoren bij je docent of, hoe en waar je dat moet vermelden.
Voor meer informatie en bijvoorbeeld het gebruik van chatbots in de Chicago stijl, zie de Chicago style blog.
Hieronder vind je een aantal voorbeelden van verwijzingen in Chicago stijl.
Raadplaag voor een volledig overzicht de Chicago Manual of Style (e-book in de collectie van de Universiteitsbibliotheek Utrecht) of de Turabian Manual of Style.
Informeer bij je opleiding welke stijl en welke editie je moet gebruiken.
In de literatuurlijst (op alfabetische volgorde) zet je de paginering van het hele artikel, in de verwijzing in de tekst vermeld je de de pagina('s) van het citaat. Vermeld bij online artikelen ook de url of bij voorkeur (indien aanwezig) de DOI (Digital Object Identifier). Een DOI is een duurzame URL die begint met https://doi.org/.
Tijdschriftartikelen hebben vaak meerdere auteurs. Tot 10 auteurs noem je ze allemaal in de literatuurlijst, in de verwijzing in de tekst vermeld je alleen de eerste auteur gevolgd door et al. (“en anderen”). Bij meer dan 10 auteurs vermeld je alleen de eerste 7 in de literatuurlijst gevolgd door et al.
Author-date stijl
In de literatuurlijst (op alfabetische volgorde):
Keng, Shao-Hsun, Chun-Hung Lin, and Peter F. Orazem. 2017. “Expanding College Access in Taiwan, 1978–2014: Effects on Graduate Quality and Income Inequality.” Journal of Human Capital 11, no. 1 (Spring): 1–34. https://doi.org/10.1086/690235.
LaSalle, Peter. 2017. “Conundrum: A Story about Reading.”New England Review 38 (1): 95–109. Project MUSE.
Verwijzingen in de tekst:
(Keng, Lin, and Orazem 2017, 9–10)
(LaSalle 2017, 95)
Notes & bibliography stijl
Notes:
1. Keng, Shao-Hsun, Chun-Hung Lin, and Peter F. Orazem. 2017. “Expanding College Access in Taiwan, 1978–2014: Effects on Graduate Quality and Income Inequality.” Journal of Human Capital 11, no. 1 (Spring): 1–34. https://doi.org/10.1086/690235.
2. LaSalle, Peter. 2017. “Conundrum: A Story about Reading.”New England Review 38 (1): 95–109. Project MUSE.
Verkorte notes
3. Keng, Lin, and Orazem, “Expanding College Access,” 23.
4. LaSalle, “Conundrum,” 101.
Bij online boeken (e-books) vermeld een URL in de literatuurlijst.
Author-date stijl
In de literatuurlijst (op alfabetische volgorde):
Grazer, Brian, and Charles Fishman. 2015. A Curious Mind: The Secret to a Bigger Life. New York: Simon & Schuster.
Kurland, Philip B., and Ralph Lerner, eds. 1987. The Founders’ Constitution. Chicago: University of Chicago Press. http://press-pubs.uchicago.edu/founders/.
Smith, Zadie. 2016. Swing Time. New York: Penguin Press.
Verwijzingen in de tekst:
(Grazer and Fishman 2015, 12)
(Smith 2016, 315–16)
(Kurland and Lerner 1987, chap. 10)
Notes & bibliography stijl
Notes:
1. Zadie Smith, Swing Time (New York: Penguin Press, 2016), 315–16.
2. Brian Grazer and Charles Fishman, A Curious Mind: The Secret to a Bigger Life (New York: Simon & Schuster, 2015), 12.
Shortened notes:
3. Smith, Swing Time, 320.
4. Grazer and Fishman, Curious Mind, 37.
Author-date stijl
In de literatuurlijst (op alfabetische volgorde) zet je de paginering van het hoofdstuk, in de verwijzing in de tekst vermeld je de de pagina('s) van het citaat.
Thoreau, Henry David. 2016. “Walking.” In The Making of the American Essay, edited by John D’Agata, 167–95. Minneapolis: Graywolf Press.
Verwijzing in de tekst:
(Thoreau 2016, 177–78)
Notes & bibliography stijl
Note:
1. Henry David Thoreau, “Walking,” in The Making of the American Essay, ed. John D’Agata (Minneapolis: Graywolf Press, 2016), 177–78.
Verkorte note:
2. Thoreau, “Walking,” 182.
Ga voor nog meer voorbeelden en informatie over o.a. het verwijzen naar proefschriften, interviews, websitemateriaal en social media bronnen naar de Chicago Manual of Style.
De Chicago stijl en deTurabian stijl zijn vrijwel identiek. Het verschil zit hem vooral in de nummering van de noten.
De Turabian style gebruikt superscript 1 voor eind- en voetnootnummers zowel in de tekst als voorafgaand aan iedere noot.
In de Chicago style, wordt het nummer voor de noten in de tekst geplaatst tussen haakjes (1). Bij de eindnoten wordt het cijfer gevolgd door een punt spatie.
Bijvoorbeeld:
1. Chicago
1Turabian
Zie ook de Turabian Manual of Style.
Culturele Antropologie volgt de American Anthropological Association (AAA) en gebruikt een licht aangepaste versie van de 17e editie van de Chicago Manual of Style (author-date style). Zie de pagina over de AAA style .