Skip to Main Content
Universiteitsbibliotheek – LibGuides

Bibliotheektraining voor eerstejaars Taal- en cultuurstudies: Hoe zoek je literatuur op een onderwerp?

Deze LibGuide is gemaakt voor het eerste jaar van Taal- en Cultuurstudies, en ondersteunt de bibliotheekinstructies van TOC1 en TOC2.

Denk voor je begint goed na: hoe ga je zoeken?

Je manier van zoeken is persoonlijk, maar het is altijd een combinatie van een zoekmethode en de opbouw van je zoekactie. Misschien doe je dit al onbewust, maar het is handig als je weet waartussen je kunt kiezen.

Zoekmethodes

  • Sneeuwbalmethode: zoeken op basis van de kenmerken (auteur, verwijzingen, citaties, trefwoorden etc.) van een publicatie die je al hebt gevonden. Het gaat soms simpelweg door links te volgen in een zoekmachine of literatuurdatabase. Citatiezoeken is een speciale vorm van de sneeuwbalmethode waarbij je citatielinks volgt.
  • Systematische methode: met zelfbedachte zoektermen zoeken in een zoekmachine die literatuur op een bepaald vakgebied (of alle vakgebieden) doorzoekbaar maakt, ongeacht beschikbaarheid.

Opbouw van je zoekactie

  • Breed of smal beginnen en vervolgens inzoomen dan wel uitzoomen.
  • Heen en weer gaan tussen je gebruikte zoektermen en je zoekresultaat om dit te verbeteren.
  • Te weinig resultaten?  Gebruik dan minder en bredere zoektermen, zoek een ander zoeksysteem.
  • Te veel resultaten? Gebruik dan meer en specifiekere zoektermen, zet filters van dat zoeksysteem in (beperkt hiermee b.v. op jaar).

In de speciale  LibGuide zoekstrategie lees je meer over zoekmethodes en zoektechnieken.

Stappenplan bij het zoeken van literatuur op onderwerp

Boeken en artikelen zul je lang niet altijd aangereikt krijgen via een digitale reader, Blackboard of op de collegeplank. Vaak zul je papers schrijven over een eigen onderwerp, waar jij zelf literatuur bij gaat zoeken.

Vooraf: baken je onderwerp af (in overleg met je docent)
Preciseer je onderwerp: hoe specifieker je je onderwerp kunt benoemen, hoe gerichter je kunt zoeken en hoe beter je kunt selecteren of gevonden artikelen relevant zijn of niet. Begin bijvoorbeeld met het beantwoorden van de vragen: wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe.

  • Wie zijn er bij betrokken bij je onderwerp?
  • wat betekent je onderwerp? (definieer begrippen)
  • waar komt je onderwerp voor? (geografisch)
  • wanneer komt je onderwerp voor? (tijdsperiode)
  • waarom gebeurt je onderwerp? en: waarom is je onderwerp een probleem?
  • hoe gebeurt je onderwerp?
  • bepaal ook vanuit welke discipline(s) je jouw onderwerp benadert.

Stappen

1. Zoektermen combineren
2. Relevante zoeksystemen kiezen
Een paar algemene, multidisciplinaire zoekmachines naast een paar vakspecifieke zoeksystemen afhankelijk van jouw vakgebied.
3. Zoekresultaten evalueren
Is de gevonden literatuur relevant? Is deze bron betrouwbaar?

Zoektermen bedenken

Algemene tip: corrigeer je zoektermen naar aanleiding van wat je ziet in de zoekresultaten. Als je dit aan het begin van het zoeken doet zie je snel wat werkt en wat niet. Herhaal dit eventueel enkele keren.

Denk aan mogelijke variaties op je eerste gevonden zoektermen:

  • woordvormen (enkelvoud, meervoud e.d.)
  • spellingsvarianten
  • afkortingen
  • synoniemen
  • vertaling naar voor onderwerp en vakgebied relevante talen
  • personen en instanties die belangrijk zijn voor je onderwerp
  • bredere termen
  • specifiekere termen
  • verwante termen

Je hoeft niet alles zelf te verzinnen. Maak gebruik van hulpmiddelen:

  • woorden uit een verkenning op bijvoorbeeld Wikipedia (Engelstalige pagina)
  • woorden uit reeds gevonden bronnen (vooral de zogenaamde 'author keywords')
  • woordenboeken (zoals de collectie Van Dale, waar de UB een licentie op heeft)

In de speciale LibGuide Zoekstrategie-pagina zoektermen bedenken UBU LibGuide zoektermen bedenken vind je meer over zoektermen bedenken.

Zoektechnieken

Hier staan technieken op een rijtje die in veel verschillende zoeksystemen gelden (let wel: vaak niet in Google Scholar).
Voor details over de zoekmogelijkheden van één specifiek zoeksysteem, kun je de betreffende LibGuide raadplegen, of anders de door het systeem aangeboden hulpfunctie.

  • Booleaans zoeken: zoekwoorden kun je combineren en uitsluiten met AND, OR, NOT en soms ook NEAR ertussen.
  • Exact phrase: zoeken op exacte woordcombinatie met "...  ..." 
  • Trunkeren: zoeken met de gemeenschappelijke stam van een groep woorden, doorgaan met een asterisk: bv. biolog*.
  • Maskeren: een of meer tekens waarover je onzeker bent niet als vereist mee laten tellen voor de zoekmachine.
  • Trefwoorden van auteurs of makers van een zoeksysteem gebruiken (in het Engels vaak 'subject terms').
  • Thesauri gebruiken: (vakspecifieke) overzichten van hoe vaktermen met elkaar samenhangen.
  • Veldspecifiek zoeken: aangeven dat termen in een bepaald deel van de publicatie moet voorkomen (titel, samenvatting, auteursnaam).
  • Filters en 'limits' gebruiken: beperken van je resultaatset door publicaties met bepaalde kenmerken uit te sluiten (taal, publicatiejaar etc.).

Multidisciplinaire zoeksystemen

De belangrijkste multidisciplinaire zoekmachines voor het zoeken naar literatuur zijn:

Alle zoekmachines hebben hun eigen sterktes en zwaktes. Je zoekresultaat is completer als je die allemaal naast elkaar leert gebruiken. Voor details over de werking van elk zoeksysteem, raadpleeg de hulpschermen van het systeem zelf, soms is daar ook een aparte LibGuide over. Bezoek de LibGuides voor WorldCat, Google Scholar,. Web of Science en Scopus op de LibGuides homepage.

Vakspecifieke zoeksystemen

Voor alle wetenschappelijke disciplines heeft de Universiteitsbibliotheek een aantal zoeksystemen geselecteerd.
De meeste daarvan zijn licenties en daarom alleen toegankelijk van thuis uit voor studenten en medewerkers van de UU.

Binnen elk vakgebied is er een lijst zoeksystemen, allemaal kort omschreven. Naast een vakgebied kun je ook filteren op een type database (b.v. bibliografieën). Wanneer je literatuur zoekt, is het type 'bibliografie' het meest geschikt. Bibliografieën bevatten titels van boeken en artikelen, vaak toegespitst op een vakgebied. Ze bevatten literatuurverwijzingen, niet de artikelen zelf. Hiervoor moet je of de UBU-link knop gebruiken of je toegang krijgt via de UB, of in Google Scholar de titel tussen aanhalingstekens opzoeken. 

Een paar grote bibliografische zoeksystemen van de Geesteswetenschappen.


Buiten de Geesteswetenschappen, maar mogelijk toch relevant voor jouw onderwerp, zijn de volgende zoeksystemen:

 

Zoekresultaten evalueren op wetenschappelijkheid

Je moet in de opdracht van de gevonden artikelen aangeven hoeveel keer ze geciteerd zijn, en of ze uit een peer-reviewed tijdschrift afkomen. Dit zijn twee belangrijke methodes om de invloed van een artikel en dienst wetenschappelijk betrouwbaarheid te peilen.

Wetenschappelijke boeken kennen trouwens geen citaties, maar worden door deskundigen besproken in boekrecensies of book reviews (wat eigenlijk een eigen vorm van artikelen zijn). Boekrecensies vind je in de meeste zoeksystemen waarmee je artikelen kunt vinden. 
 

Hier alle mogelijke methodes op een rijtje

  1. Controle door anderen, voorafgaand aan publicatie
    • redactie: redacties van wetenschappelijke tijdschriften zijn strenger dan die van niet-wetenschappelijke tijdschriften
    • uitgever: sommige uitgevers geven alleen wetenschappelijke boeken uit
    • peer review: sommige tijdschriften maar ook sommige boekuitgevers vragen deskundigen een (blind) oordeel voor publicatie
    • zoekmachine/online bibliografie: sommige zoekmachines nemen alleen artikelen uit hoogwaardige, peer reviewed, tijdschriften op (Scopus en Web of Science b.v.)
    • financier: sommige tijdschriften vereisen dat bij onderzoek wordt aangeduid wie het gefinancierd heeft
  2. Controle door anderen, achteraf
    • besprekingen (bij boeken): zijn de recensies van het boek positief?
    • citaties (vooral bij artikelen:): wordt het stuk vaak geciteerd en vooral: wat wordt er dan over gezegd?
  3. Controle door jezelf
    • aanduiding van auteur en datering van de tekst (vooral bij webpagina's)
    • affiliatie van de auteur: de werkkring geeft soms wat extra zekerheid, bijvoorbeeld als de auteur bij een (goede) universiteit werkt
    • aanduiding doelgroep (vooral bij website en arapporten)
    • aanwezigheid van expliciete vraagstellingen en conclusies
    • aanwezigheid van een verantwoording van de gebruikte methode: hoe heeft men het onderzoek aangepakt, waar komen gegevens vandaan?
    • aanwezigheid voldoende en hoogwaardige literatuurverwijzingen: op welke inzichten baseert men zich?
    • het niveau van het taalgebruik en taalverzorging

In de speciale LibGuide Evalueren van bronnen staat hoe je dit soort zaken achterhaalt.