Skip to Main Content
Universiteitsbibliotheek – LibGuides

Training Master ISW Jeugdstudies: Stap 2. Zoekstrategie

Doen: Zoekstrategie opstellen

Bedenk zoektermen die relevant zijn voor zowel je hoofdvraag als ook voor je deelvragen. 

Bedenk op basis van je (deel)vragen en de bijbehorende inclusiecriteria relevante zoektermen.
Gebruik hierbij de aanwijzingen in de naastgelegen boxen.

Denk ook na over hoe je gaat zoeken. 
Ga je met zoektermen op zoek in een database? Bekijk dan goed de box over zoektechnieken.
Heb je een goede titel gevonden? Ga dan eens citatiezoeken, zie de box over zoekmethoden.

 

De LibGuide Zoekstrategie biedt je nog veel meer informatie.

Zoekmethodes

Sneeuwbalmethode: je zoekt op basis van een geschikte publicatie die je al gevonden hebt. Bijvoorbeeld andere publicaties van diezelfde auteur, of je zoekt naar andere bronnen via de literatuurlijst van een artikel (auteurs maken namelijk gebruik van andere publicaties als bron voor hun eigen werk, die bronnen worden dan vermeld in de literatuurlijst/bibliografie van de nieuwe publicatie). Met het zoeken naar referenties in een literatuurlijst ga je terug in de tijd naar oudere publicaties.

Citatiezoeken: ook hierbij zoek je op basis van een geschikte publicatie die je al gevonden hebt. Dit keer ga je kijken of deze publicatie door anderen geciteerd is. Bekijk de gevonden bronnen om te zien of ze voor jou relevant zijn. In dat geval kan je ook bij deze bronnen weer op zoek gaan naar citerende publicaties. Gebruik bij deze methode een citatiedatabase zoals Web of Science of Scopus of zoek in Google Scholar. Met deze methode ga je vooruit in de tijd naar nieuwere artikelen. Hou er wel rekening mee dat een recent gepubliceerd artikel mogelijk nog geen of weinig citaties heeft.

Catalogusmethode: Met zelfbedachte zoektermen zoeken in een zoekmachine die literatuur in een bepaalde collectie/verzameling doorzoekbaar maakt. Bijvoorbeeld in WorldCat.

Systematisch zoeken: je zoekt op basis van (gecombineerde) zoektermen in zoekmachines die literatuur op een bepaald vakgebied (of alle vakgebieden) doorzoekbaar maken (ongeacht de beschikbaarheid), met de bedoeling zo veel mogelijk literatuur over dat onderwerp te vinden. Je kunt hierbij uitbreiden (zoektermen die je tegen komt toevoegen) en beperken (zoektermen laten vervallen of limiteren op bijv. publicatiejaar). Bij systematisch zoeken kun je gebruik maken van meerdere zoektechnieken.

Mindmappen

Mindmappen kan een goede en leuke manier zijn om zoektermen te bedenken.

Een mindmap is een diagram opgebouwd uit begrippen, teksten, relaties en/of plaatjes, die zijn geordend in de vorm van een boomstructuur rond een centraal thema, bijvoorbeeld (een onderdeel van) je zoekvraag.

Zoekstrategie: wat, waar, hoe?

Voor een effectieve zoekstrategie kun je jezelf 4 vragen stellen:

1.    Wat zoek ik?
a. Over welk onderwerp zoek je informatie?
b. In welk type document kun je die informatie vinden?
Formuleer dan een goede zoekvraag met de meest geschikte zoektermen.

2.    Waar zoek ik
Kies de geschikste databank/catalogus/website en die keuze is weer afhankelijk van het antwoord op vraag 1a en b. De bibliotheek geeft per vakgebied toegang tot zoeksystemen.

3.    Hoe zoek ik?
a. Zoek efficiënt: gebruik relevante zoektermen in de juiste combinatie en benut de functionaliteit van de databank/zoekmachine;
b. Er zijn verschillende zoekmethodes. De bibliografische/systematische methode (met zoektermen zoeken in wetenschappelijke zoekmachines) en de sneeuwbal/citatiemethode (uitgaan van iets wat je al hebt) zijn de belangrijkste. Hoe je deze methodes precies kunt inzetten, hangt af van de mogelijkheden die het zoeksysteem biedt.

In de LibGuide Zoekstrategie lees je meer over het opzetten van een zoekstrategie.

4.    Hoe selecteer/beoordeel ik?
a. Geeft de gevonden informatie antwoord op je onderzoeks(deel)vraag en
b. Is de kwaliteit van deze informatie goed?
Ga voor antwoorden op deze vragen naar de LibGuide Bronnen evalueren.

Elementen van je zoekvraag

Splits met behulp van je inclusiecriteria je onderzoeksvraag op in elementen:

  • Op WIE ligt de focus (leeftijdsgroep, gender, etnische groep, socio-economische status etc.)?
  • WAT is de interventie of het idee dat getest wordt?
  • HOE beïnvloedt de WAT de WIE?

example of the elements of a search question: adolescents; cannabis use; social network sites

Bedenk vervolgens bij elk van de elementen die je hebt benoemd relevante zoektermen.
Zie ook de visualisatie van de zoekvraag.

Zoektermen bedenken

Een voorwaarde voor succesvol zoeken is het gebruiken van de juiste zoektermen.

Denk daarbij aan:

  • synoniemen (house --> dwelling)
  • bredere termen (university --> higher education)
  • smallere termen (children --> toddlers)
  • verwante termen (coaching --> training)
  • antoniemen (woorden met tegenovergestelde betekenis, zoals 'parent' en 'child' of 'sick' en 'healthy')
  • vertaling naar voor onderwerp en vakgebied relevante talen (meestal Engels, de meeste databases en zoekmachines zijn in het Engels)
  • personen en instanties die belangrijk zijn voor je onderwerp
  • voorkom zoveel mogelijk  'bias' in je zoektermen, je wilt niet het resultaat van je zoekactie in een bepaalde richting sturen
  • denk bij elk van deze termen ook aan de verschillende woordvormen (enkelvoud, meervoud e.d.), spellingsvarianten (labor en labour bijv) en eventuele afkortingen

 

Algemene tips:

  1. Welke trefwoorden komen als eerste in je op wanneer je aan je onderwerp denkt? Noteer deze
  2. Gebruik Wikipedia, vakmatige encyclopedieën en reeds gevonden literatuur om de belangrijkste begrippen bij een onderwerp te achterhalen
  3. Denk "in termen van" het te vinden stuk: bedenk hoe datgene wat je zoekt, verwoord zal zijn (en in welke taal het staat) in het stuk dat je hoopt te vinden (bijvoorbeeld vakjargon).
  4. Corrigeer je zoektermen een paar keer naar aanleiding van wat je ziet in de zoekresultaten. Als je dat van het begin af aan doet zie je snel welke term de juiste resultaten oplevert en welke term niet. Herhaal dit zolang als nodig.Zo krijg je een grotere 'vangst' en minder 'bij-vangst' van niet-relevante stukken.
  5. Maak gebruik van hulpmiddelen die in veel zoeksystemen beschikbaar zijn (suggesties, indextermen, thesauri (overzichten van geselecteerde woorden of concepten en hun onderlinge relatie binnen een bepaald interesse- of vakgebied, vaak  aangeboden bij grote zoeksystemen), 'author keywords' e.d.)

 

In de LibGuide Zoekstrategie UBU LibGuide zoektermen bedenken vind je meer over zoektermen bedenken.

Zoektechnieken

Als je in een zoekactie meer dan één zoekterm gebruikt, zoeken de meeste zoekmachines naar documenten waar alle genoemde termen in voorkomen. Wil je zoektermen op een andere manier combineren? Dan moet je dat zelf aangeven met zogenaamde operatoren. Deze manier van zoeken wordt ook wel Booleaans zoeken genoemd (naar George Boole). 

De operatoren die je meestal kunt gebruiken zijn:

  • AND: beide termen moeten voorkomen. Voorbeeld: mode AND Nederland
    visualisatie van de Boolean operator AND: twee witte gedeeltelijk overlappende cirkels, het overlappende gedeelte is geel, dat is wat je vind als je gebruik maakt van AND
  • OR: minimaal één van de termen moet voorkomen. Voorbeeld: mode OR trend OR hype
    visualisatie van  het gebruik van de Boolean operator OR: twee gele cirkels die elkaar gedeeltelijk overlappen. Het gele gedeelte (alles dus in dit geval) is wat je vindt bij het gebruik van OR
  • NOT (of soms AND NOT): de term mag niet voorkomen. Voorbeeld: mode NOT kleding
    visualisatie van de boolean operator NOT : twee gedeeltelijk overlappende cirkels, de rechter is geel, de linker is wit, maar ook het overlappende gedeelte is wit. Het gele gedeelte (=de linkercirkel exclusief het overlappende deel) is wat je vindt bij het gebruik van NOT
  • Exact phrase "...  ...": termen moeten samen en in exact deze volgorde voorkomen. Voorbeeld: "social media"
  • Trunceren * : door een asterisk achter de 'stam' van een woord te plaatsen zoek je op alle mogelijke uitgangen. Voorbeeld: govern* om in één keer te zoeken naar governmentgovernmentsgovernedgovernancegovernmental enz. (werkt niet in Google)
  • Maskeren/Wild cards: bijvoorbeeld een vraagteken (?) of hekje (#) kunnen gebruikt worden in plaats van een onbekend karakter. Voorbeeld: labo?r geeft resultaten met zowel labor als labour; of : wom#n  geeft resultaten met zowel woman als women

Je kunt operators combineren, net zoals in wiskundige vergelijkingen.  ‘AND’ gaat voor, behalve als je haakjes gebruikt om woorden die bij elkaar horen te groeperen:
(youth OR adolescent* OR "young adults") AND (bully* OR "peer harassment")

LET OP! Operatoren en wildcards kunnen verschillen per zoeksysteem. 

Andere zoektechnieken die je kunt gebruiken:

  • Trefwoorden van auteurs of van de makers van een zoeksysteem gebruiken
  • Thesauri gebruiken: (vakspecifieke) overzichten van hoe vaktermen met elkaar samenhangen
  • Veldspecifiek zoeken: aangeven dat je termen in een bepaald deel van de publicatie moeten voorkomen (titel, samenvatting, auteursnaam)
  • Filters en 'limits' gebruiken: beperken van je resultaat door alleen publicaties met bepaalde kenmerken te selecteren (taal, publicatiejaar etc.)

Visualisatie zoekvraag

Who-What-How framework visualisation

visualisatie zoekvraag

Uitgeschreven zoekvraag:
(adolescent* OR youth) AND (cannabis OR "soft drugs" OR weed OR hashish) AND ("social network sites" OR "social media" OR Facebook OR TikTok)