In deze training leer je systematisch zoeken en gebruiken van bronnen voor wetenschappelijke doeleinden. Meer concreet leer je:
De training bestaat naast het college uit dit practicum. Lees voor je begint de richtlijnen voor het practicum goed door.
Dit is een individuele training die je in 3 uur kunt doorlopen. Het is verstandig vooraf reeds de inhoudelijke uitleg die op alle pagina's rechts staat door te nemen. In de zalen is begeleiding aanwezig.
De training bestaat inclusief deze inleiding uit 7 genummerde onderdelen. In de linkerkolom staan telkens de opdrachten in de linkerkolom. De informatie in de rechterkolom is vooral het hoe en waarom van de aanpak.
Let op: het vierde onderdeel, het eigenlijke zoeken, bestaat uit een hoofdpagina en vier onderliggende pagina's voor de verschillende soorten bronnen die van belang zijn.
De uitwerking van de opdrachten doe je op het uitgedeelde A3-formulier en deels ook in RefWorks of Mendeley. Als je feedback wilt op je resultaten kun je de begeleiding in de zaal vragen naar je ingevulde formulier en/of je in RefWorks of Mendeley vastgelegde literatuur te kijken.
Een belangrijk deel van deze training is dus het systematisch leren zoeken. De onderdelen van een zoekstrategie zie je hieronder.
Veel succes!
Voor een effectieve zoekstrategie kun je jezelf 4 vragen stellen:
1. Wat zoek ik?
a. Over welk onderwerp zoek je informatie?
b. In welk type document kun je die informatie vinden?
Formuleer dan een goede zoekvraag met de meest geschikte zoektermen.
2. Waar zoek ik?
Kies de geschikste databank/catalogus/website en die keuze is weer afhankelijk van het antwoord op vraag 1a en b. De bibliotheek geeft per vakgebied toegang tot zoeksystemen.
3. Hoe zoek ik?
a. Zoek efficiënt: gebruik relevante zoektermen in de juiste combinatie en benut de functionaliteit van de databank/zoekmachine;
b. Er zijn verschillende zoekmethodes. De bibliografische/systematische methode (met zoektermen zoeken in wetenschappelijke zoekmachines) en de sneeuwbal/citatiemethode (uitgaan van iets wat je al hebt) zijn de belangrijkste. Hoe je deze methodes precies kunt inzetten, hangt af van de mogelijkheden die het zoeksysteem biedt.
In de LibGuide Zoekstrategie lees je meer over het opzetten van een zoekstrategie.
4. Hoe selecteer/beoordeel ik?
a. Geeft de gevonden informatie antwoord op je onderzoeks(deel)vraag en
b. Is de kwaliteit van deze informatie goed?
Ga voor antwoorden op deze vragen naar de LibGuide Bronnen evalueren.
Zoeken van bronnen voor wetenschappelijke doelen is soms lastig. Het is een gevecht met een zevenkoppige draak. Hak die koppen af en het wordt vinden.
Veel treffers. Als ik zoek krijg ik altijd extreem veel resultaten.
Veel verschillende soorten publicaties. Voor wetenschap relevante bronnen verschijnen in steeds meer vormen en op meer plekken.
Vangst en bijvangst. Ofwel ik heb veel irrelevante bijvangst ofwel ik heb het vermoeden dat ik zaken mis.
Vele zoeksystemen. Ik hoor dat er veel zoeksystemen zijn die beter zijn dan Google, maar die kan ik allemaal niet onthouden.
Information overload. Er is gigantisch veel informatie, de wetenschappelijke productie verdubbelt elke 15 jaar, hoe kan ik dat nog bijbenen?
Kwaliteit. Ik kan wel veel vinden maar vraag me af of alles wel goed genoeg en wetenschappelijk is.
Toegang. Ik heb haast, kan wel snel wat vinden maar dan blijkt lang niet alles toegankelijk.
In het algemeen kun je beter zoeken naarmate je:
Heel veel bronnen kun je tegenwoordig online verzamelen en lezen, waar je ook bent. Maar nog niet alles. Voor sommige zaken mag je nog naar de Universiteitbibliotheek Uithof, aan de Heidelberglaan. Je vindt daar: