In deze training leer je hoe je systematisch kunt zoeken naar en gebruik maken van bronnen voor wetenschappelijke doeleinden. Meer concreet leer je:
De training bestaat naast het college Bronnen van Wetenschap (video daarvan, delen A t/m E en/of de dia's van het college in Blackboard) uit dit practicum en de online tutorial Compass. Lees voor je begint hiernaast de richtlijnen voor het practicum goed door.
Dit is een individuele training die je in 3 à 4 uur kunt doorlopen. Het is verstandig vooraf steeds de inhoudelijke uitleg die op alle pagina's rechts staat door te nemen. In de zalen is begeleiding aanwezig.
De training bestaat inclusief deze inleiding uit 7 genummerde pagina's/onderdelen. De opdrachten staan op alle pagina's in de linkerkolom . De informatie in de rechterkolom is vooral het hoe en waarom van de aanpak. Het practicum voer je uit door de opdrachten in de boxen in de linker kolom te doen en zo de 7 pagina's en subpagina's van links naar rechts allemaal af te lopen.
Let op: het vierde onderdeel, het eigenlijke zoeken, bestaat uit een hoofdpagina en vijf onderliggende pagina's voor de verschillende soorten bronnen die van belang zijn.
De uitwerking van een deel van de opdrachten doe in het Excel-zoekformulier dat je kunt downloaden vanaf Blackboard en als je er voor kiest daarmee te werken deels ook in RefWorks of Zotero.
Een belangrijk deel van deze training is dus het systematisch leren zoeken. Vaak terugkerende problemen en de onderdelen van een zoekstrategie zie je hieronder.
Veel succes!
Zoeken van bronnen voor wetenschappelijke doelen is soms lastig. Het is een gevecht met een zevenkoppige draak. Hak die koppen af en het wordt vinden.
Veel treffers. Als ik zoek krijg ik altijd extreem veel resultaten.
Veel verschillende soorten publicaties. Voor wetenschap relevante bronnen verschijnen in steeds meer vormen en op meer plekken.
Vangst en bijvangst. Ofwel ik heb veel irrelevante bijvangst ofwel ik heb het vermoeden dat ik zaken mis.
Vele zoeksystemen. Ik hoor dat er veel zoeksystemen zijn die beter zijn dan Google, maar die kan ik allemaal niet onthouden.
Information overload. Er is gigantisch veel informatie, de wetenschappelijke productie verdubbelt elke 15 jaar, hoe kan ik dat nog bijbenen?
Kwaliteit. Ik kan wel veel vinden maar vraag me af of alles wel goed genoeg en wetenschappelijk is.
Toegang. Ik heb haast, kan wel snel wat vinden maar dan blijkt lang niet alles toegankelijk.
In het algemeen kun je beter zoeken naarmate je:
Voor een effectieve zoekstrategie kun je jezelf 4 vragen stellen:
1. Wat zoek ik?
a. Over welk onderwerp zoek je informatie?
b. In welk type document kun je die informatie vinden?
2. Waar zoek ik?
Kies de meest geschikte databank/catalogus/website, etc.; dat is afhankelijk van het antwoord op vraag 1a en 1b. De UB geeft per vakgebied toegang tot zoeksystemen.
3. Hoe zoek ik?
a. Zoek efficiënt: gebruik relevante zoektermen en benut de functionaliteit van databank/zoekmachine etc.
b. Er zijn verschillende zoekmethodes. De bibliografische (met zoektermen zoeken in wetenschappelijke zoekmachines) en de sneeuwbalmethode (uitgaan van iets wat je al hebt) zijn de belangrijkste. Hoe je deze methodes precies kunt inzetten hangt af van de mogelijkheden die de zoekmachine biedt.
4. Hoe selecteer/beoordeel ik?
a. Geeft de gevonden informatie antwoord op je onderzoeks(deel)vraag en
b. Is de kwaliteit van deze informatie goed?
In de LibGuide Zoekstrategie lees je meer over het opzetten van een zoekstategie.
Heel veel bronnen kun je tegenwoordig online verzamelen en lezen, waar je ook bent. Maar nog niet alles. Voor sommige zaken mag je nog naar de Universiteitsbibliotheek Uithof, aan de Heidelberglaan. Je vindt daar: