Artikelen verschenen als hoofdstuk in boeken ('edited volumes', 'bundels', 'readers') zijn vrij lastig te vinden. Opties:
Voor definitief publiceren hieronder svp minimaal twee namen invullen.
Deze gids wordt minimaal vier maal per jaar - eind augustus, half november, eind januari, half april - indien nodig bijgewerkt door:
Bijgewerkt/gecontroleerd:
Deze gids speelt een rol in facultair curriculair onderwijs van:
svp de LibGuide niet ingrijpend editen in weken waarin de gids in hierboven genoemd onderwijs gebruikt wordt.
Bronnen die je hebt gevonden zul je voor gebruik moeten evalueren op relevantie en wetenschappelijkheid om de betrouwbaarheid van je eigen werk te vergroten. De verschillende methoden en hulpmiddelen daarvoor vind je in de LibGuide Evaluatie van bronnen.
De beschrijving van een publicatie in een literatuurlijst volgens de APA-richtlijnen heeft 4 onderdelen:
Wie | Wanneer | Wat / Waarover | Waar |
Auteur | Jaar | Titel | Vindplaats |
(Bron: https://libguides.newcastle.edu.au/content.php?pid=51927&sid=2727530)
Bladmuziek bevat de grafische weergave van muziekwerken met behulp van muzieknoten of een andere vorm van muziekschrift. Bladmuziek is er op allerlei dragers (o.a. op papier, op microfilm of -fiche, digitaal.) In de UBU en andere openbare verzamelingen is veel bladmuziek aanwezig. Je kunt naar bladmuziek zoeken via de algemene bibliotheekcatalogi. Gebruik daarbij als zoektermen:
- de naam van de componist
- karakteristieke woorden uit de titel
- andere gegevens die de compositie identificeren (b.v.: het nummer van de compositie in de werklijst van de componist.)
Ook op internet is veel bladmuziek te vinden.
Het betreft vaak websites die specifiek gewijd zijn aan een componist, een genre of een periode.
Meer uitleg vind je in de LibGuide pagina Bladmuziek.
Veel vakgebieden hebben een voorkeur voor een bepaalde citatiestijl. Er zijn:
Citatiestijlen die worden voorgeschreven voor een geheel vakgebied, generieke stijlen dus (voorbeelden: APA, Chicago, MLA, Vancouver).
Citatiestijlen die speciaal gemaakt zijn voor een bepaald tijdschrift of publicaties van een bepaalde uitgever (voorbeelden: Nature, Science).
Citatiestijlen die speciaal voor één publicatie worden gemaakt, maatwerk dus.
Sommige citatiestijlen van een tijdschrift, bijvoorbeeld die van Nature, zijn zo invloedrijk, dat ze ook een generieke stijl zijn geworden die buiten dat tijdschrift veel wordt gebruikt.
In Utrecht worden de volgende stijlen van citeren in elk geval geaccepteerd en soms ook voorgeschreven:
Bètawetenschappen |
|
Diergeneeskunde |
|
Geesteswetenschappen |
|
Geneeskunde |
|
Geowetenschapen |
|
Recht, bestuur, economie |
|
Sociale Wetenschappen |
Citeren is het letterlijk overnemen van een tekst (of een afbeelding) uit een publicatie (een citaat).
Voorwaarden citeren
Citeren is toegestaan, mits aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
Waarvoor gebruik je citaten?
Een citaat gebruik je om een punt te verduidelijken, of als je de oorspronkelijke formulering van een ander wilt analyseren.
Waar moet ik op letten bij citeren?
Je mag een citaat niet gebruiken als vervanging van je eigen tekst. Je verslag mag dus nooit bestaan uit aan elkaar geplakte citaten. Dat is plagiaat, ook als je wél naar de bron verwijst!
Let er bij citeren op dat je het citaat niet uit de originele context haalt. Als het citaat bijvoorbeeld ironisch bedoeld is, moet dat duidelijk blijken als je citeert. Je moet dus altijd citeren in overeenstemming met de oorspronkelijke bedoeling van de oorspronkelijke auteur.
Hoeveel mag ik citeren?
Hoeveel je precies mag citeren is afhankelijk van het doel waarmee je citeert en van de lengte van de brontekst. Het is moeilijk om daar duidelijke regels voor te geven. Soms is één regel voldoende, een andere keer heb je een hele alinea nodig. Als vuistregel kun je aanhouden dat voor elke regel die je citeert je zelf twee regels probeert te schrijven waarin je het citaat bespreekt.
Bij het schrijven van een scriptie of paper maak je bijna altijd gebruik van werk van anderen. Het is belangrijk correct te verwijzen naar de bronnen die je aanhaalt. Hoe en waarom je dat doet vind je in de LibGuide Citeren.
De selectie- en opnamecriteria van een bepaald zoeksysteem of tijdschrift kunnen enige zekerheid geven over de basiskwaliteit van de bronnen die je er in vindt.
Wat zijn de criteria die worden gehanteerd in zoeksystemen?
Bronnen die je hebt gevonden zul je voor gebruik moeten evalueren op relevantie en wetenschappelijkheid. De verschillende methoden en hulpmiddelen daarvoor vind je in deze LibGuide.
Veel zoekmachines houden tijdens een sessie je zoekacties bij in een zoekgeschiedenis (Search History). Dit helpt je om:
Let wel op: als je je zoekgeschiedenis ook na het afsluiten van je browsersessie wilt behouden moet je een (eigen) account aanmaken in het betreffende zoeksysteem, dat is bijna altijd gratis.
Many search engines save your searches during the browser session. You can use this information to:
Some search systems offer the option to combine search terms directly from the browser history. For instance by ticking previous searches and combine them with AND or OR.
If you want to keep your search history also after closing your browser session you should create an account in the search system. Google offers this option as well as most catalogues and databases provided by library.
A) Setting up:
B) Getting some stuff in:
C) Organising, reading, searching, annotating:
D) Citing:
Support from EndNote itself: https://endnote.com/training, also see their own Clarivate EndNote LibGuide.
B) Getting some stuff in:
C) Organising, reading, annotating
D) Citing:
C) Organising, reading, annotating
D) Citing:
Support from Zotero itself: https://www.zotero.org/support/
B) Getting some stuff in:
C) Organising, reading
D) Citing:
Support from RefWorks itself: https://www.refworks.com/refworks2/help/RefWorks2.htm
Go to the Manual RefWorks-3:
Correct citeren vergroot de leesbaarheid en controleerbaarheid van publicaties. Door je bronnen correct en volledig te vermelden maak je duidelijk welke informatie je van andere auteurs hebt overgenomen en waar de lezer de oorspronkelijke informatie kan vinden. Zo kan hij/zij controleren of je de informatie juist hebt weergegeven. Correct citeren draagt bij aan de transparantie van wetenschappelijke communicatie en het voorkomen van plagiaat. Ook maak je de lezer duidelijk hoe jouw publicatie zich verhoudt tot andere publicaties op hetzelfde terrein en wijs je op publicaties die interessant zouden kunnen zijn.
In de LibGuide Citeren vind je meer informatie.
Stel jezelf de volgende vragen om te bepalen of een bron relevant is:
Bedenk dat je slechts zelden een bron vindt die je hoofd- en deelvragen geheel beantwoordt en die verslag doet van exact hetzelfde onderzoek of probleem als waar jij mee bezig bent.
Bij het bepalen van de kwaliteit en wetenschappelijkheid van bronnen kun je uitgaan van drie soorten controle:
Je hebt een zo specifiek mogelijke zoekvraag bedacht en je hebt een aantal goede zoektermen om je zoektocht mee te beginnen. Je weet ook al welke zoeksystemen je gaat gebruiken.
Nu moet je alleen nog weten hoe je die zoeksystemen moet gebruiken. Je kunt verschillende zoekmethodes- en technieken toepassen.
Er zijn diverse typen zoeksystemen die verschillen in de mate van wetenschappelijke betrouwbaarheid.
Achternaam, voornaam. “Titel van de Pagina.” Titel van de Website, datum waarop de webpagina gepubliceerd werd (indien beschikbaar), URL, DOI of permalink. Datum waarop de website laatst werd bezocht door jou.
Voorbeeld:
Blooijs, Joost de. “Tiqqun. Een weerwoord.” nY Web, 5 mei 2010, www.ny-web.be/showtime/tiqqun-een-weerwoord.html. Accessed 2 August 2010.
Wanneer je een pagina van een website of een online krant citeert, begin dan met de auteur, als deze bekend is. Als de auteur niet bekend is, begin je met de titel. Vervolgens de naam van website of online krant.
Boek met één auteur
Achternaam, voornaam. Titel: Ondertitel. Uitgever, jaar van uitgave.
Voorbeeld:
Jameson, Fredric. The Cultural Turn: Selected Writings on Postmodernism 1983-1998. Verso,1998.
Let erop op dat je de achternaam van de auteur eerst zet. Dat is handig, want in de eigenlijke tekst van je essay verwijs je naar een bron door de achternaam en het paginanummer van een auteur op te nemen. Wanneer de lezer vervolgens naar je bibliografie gaat kan zij/hij snel de bron terugvinden via de achternaam.
Boek met meerdere auteurs
Achternaam, voornaam, and voornaam achternaam. Titel: Ondertitel. Uitgever, jaar van uitgave.
Voorbeeld:
Hardt, Michael, and Antonio Negri. Empire. Harvard University Press, 2000.
Houd dezelfde volgorde van auteurs aan als in het boek. Merk op dat alleen de naam van de eerste auteur begint met de achternaam. Wanneer er meer dan twee auteurs zijn, vermeld dan alleen de eerste auteur, gevolgd door “et al.”. De andere auteurs hoef je dan niet meer te vermelden (“et alii” betekent "en anderen”).
Papier:
Achternaam, voornaam. “Titel van het Artikel.” Naam van het tijdschrift, jaargang, nummer, jaar van uitgave, pp. begin- en eindpagina.
Voorbeeld:
Stanford Friedman, Susan. “Definitional Excursions: The Meanings of Modern/Modernity/Modernism.” Modernism / Modernity, vol. 8, no. 3, 2001, pp. 493-513.
Online:
Achternaam, voornaam. “Titel van het Artikel.” Naam Tijdschrift, jaargang, nummer, jaar van uitgave, pp. paginanummers als ze er zijn, URL, DOI of permalink. Datum waarop de website laatst bezocht werd door jou.
Voorbeeld:
Shaviro, Steven. “Post-Cinematic Affect: On Grace Jones, Boarding Gate, and Southland Tales.” Film-Philosophy, vol. 14, no. 1, 2010, pp. 1-102, www.film-philosophy.com/index.php/f-p/article/viewArticle/220. Accessed 2 August 2010.
De bundel zelf:
Achternaam, voornaam, editor. Titel: Ondertitel. Uitgever, jaar van uitgave.
Voorbeeld:
Docherty, Thomas, editor. Postmodernism: A Reader. Columbia University Press, 1993.
Artikel uit een bundel:
Achternaam, voornaam. “Titel van het Artikel.” Titel van het boek: Ondertitel van het boek, edited by voornaam achternaam van de samensteller van het boek. Uitgever, jaar van uitgave, pp. begin- en eindpagina van het artikel.
Voorbeeld:
Gorz, André. “The Conditions of Post-Marxist Man.” Postmodernism: A Reader, edited by Thomas Docherty. Columbia University Press, 1993, pp. 344-354.
De titel van het artikel wordt dus niet cursief gemaakt, maar tussen aanhalingstekens gezet. De titel van de bundel zelf maak je wel cursief.
Achternaam, voornaam of bijnaam van de blogger. “Titel van de post.” Naam van de Website, datum van publicatie, URL, DOI of permalink. Datum waarop de website laatst werd bezocht door jou.
Voorbeeld:
Dean, Jodi. “Complexity (not worth the effort).” I Cite, 7 July 2010, jdeanicite.typepad.com/i_cite/2010/07/complexity-not-worth-the-effort.html. Accessed 2 August 2010.
Boek met 1 auteur
Achternaam, voornaam. Titel: Ondertitel. Uitgever, jaar van uitgave.
* Jameson, Fredric. The Cultural Turn: Selected Writings on Postmodernism 1983-1998. Verso, 1998.
Let erop op dat je de achternaam van de auteur eerst zet. Dat is handig, want in de eigenlijke tekst van je essay verwijs je naar een bron door de achternaam en het paginanummer van een auteur op te nemen. Wanneer de lezer vervolgens naar je bibliografie gaat kan zij/hij snel de bron terugvinden via de achternaam.
Boek met meedere auteurs
Achternaam, voornaam, and voornaam achternaam. Titel: Ondertitel. Uitgever, jaar van uitgave.
* Hardt, Michael, and Antonio Negri. Empire. Harvard University Press, 2000.
Houd dezelfde volgorde van auteurs aan als in het boek. Merk op dat alleen de naam van de eerste auteur begint met de achternaam. Wanneer er meer dan twee auteurs zijn, vermeld dan alleen de eerste auteur, gevolgd door “et al.”. De andere auteurs hoef je dan niet meer te vermelden (“et alii” betekent "en anderen”).
Achternaam, voornaam. “Titel van het Artikel.” Naam Tijdschrift, jaargang, nummer, jaar van uitgave, pp. paginanummers als ze er zijn, URL, DOI of permalink. Datum waarop de website laatst bezocht werd door jou.
* Shaviro, Steven. “Post-Cinematic Affect: On Grace Jones, Boarding Gate, and Southland Tales.” Film-Philosophy, vol. 14, no. 1, 2010, pp. 1-102, www.film-philosophy.com/index.php/f-p/article/viewArticle/220. Accessed 2 August 2010.
Hieronder volgt een aantal voorbeelden voor je literatuurlijst, uitgevoerd volgens de 8e editie (2016) van de MLA stijl.
Achternaam, voornaam. “Titel van het Artikel.” Titel van de krant of het magazine, dag, maand, jaar, begin- en eindpagina.
Voorbeeld:
Pole, Steven. “Big Fish, Little Fish.” New Statesman, 5 March 2007, pp. 57-58.
Ook voor nieuwe(re) (social) media zijn in de meeste citatiestijlen regels afgesproken.
Bij het citeren van webpagina's, tweets e.d. is het, net als bij artikelen en boeken, van belang dat je de auteur en titel (voor zover bekend) vermeldt. Daarnaast is het bij dynamische bronnen zoals webpagina's vaak vereist om de datum van raadpleging in je bronvermelding op te nemen.
Onderstaande tabel maakt duidelijk hoe je in MLA en APA stijl social media moet citeren (klik met de rechtermuisknop op het plaatje en vervolgens: 'open image in new tab' voor een iets grotere versie).
Trinity College in Hartford heeft een heel handige online citatiegids gemaakt, Cite Source. Je kunt hier zoeken in vakgebieden en citatiestijlen in combinatie met het soort bron dat je wilt citeren. De gids geeft aan wat je moet vermelden en in welke volgorde.
Als je bijvoorbeeld in MLA stijl een website wilt citeren geeft Cite Source de volgende informatie (vertaald):
Volgorde van citatie-onderdelen:
1 Titel van het online hoofdstuk of artikel: An American Ballroom Companion: Dance Instruction Manuals, ca.1490-1920
2 Naam van de website: American Memory
3 Uitgever: The Library of Congress
4 Datum van publiceren: Aug-17-2005
5 Vorm: Web
6 Datum van raadpleging: July 22, 2009
Peer review, het systeem waarbij collega-deskundigen van de auteur van een stuk de kwaliteit van een stuk beoordelen voordat het wordt gepubliceerd, is volgens velen een van de pijlers van de wetenschap. Redacties hebben nooit voldoende kennis om ingediende artikelen of boeken te kunnen beoordelen. Experts uit een vakgebied kunnen dat wel. Zonder te weten wie de auteur is beoordelen zij of het stuk voldoet aan wetenschappelijk normen: aangeven waar gegevens vandaan komen, logica van de analyse, verwijzen naar relevante bronnen. Daarbaast geven zij aan wat het belang van het stuk is voor de wetenschap. Het gaat bij beoodeling dus meer om de de vraag of het stuk een goede wetenschappelijke methode heeft dan om de vraag of de reviewers het eens zijn met de inhoud. Het advies aan de redactie luidt dan publicabel / publicabel met bepaalde aanpassingen / niet publicabel.
Er is veel kritiek op het peer review systeem, hoewel ook velen zeggen dat het 'het beste slechte systeem' is dat we hebben. De kritiek richt zich op:
Er zijn sites waar wetenschappers hun ervaringen met de peer review van tijdschriften delen; het Nederlandse initiatief SciRev is er een van.
Sommige tijdschriften, zoals PLOS One (Public Library of Science One) experimenteren met nieuwe vormen van peer review. Hierbij geven reviewers alleen aan of het stuk qua methode voldoende is. De beoordeling van het wetenschappelijk belang gebeurt bij dit tijdschrift achteraf, door de lezers. Door deze methode worden veel meer artikelen veel sneller gepubliceerd.
Reference management is the way you systematically collect, store, organize, annotate, share and cite sources. Those sources can have any form: articles, books, images, data, multimedia and more. You can collect and store the full text/files or just the bibliographic metadata (title, author, publication year etc.) describing these.
If you use a lot of sources and especially if you often write papers etc. citing these sources it is wise to use a tool that manages recurring tasks and thus makes your workflow easier and more reliable. A big time saver of those tools is the automatic generation of bibliographies with cited literature, in the citation style of your choice (APA, MLA, Nature, Vancouver and more). These tools are called reference managers or reference management tools. They come in many forms:
For more for more information on EndNote, Mendeley, RefWorks and Zotero visit the LibGuide Reference management.
Your search strategy defines what you search, where you search and how you perform your search. In the course of your search process you take many decisions that affect the quality of search results and the time needed to get those results.
The main decisions in your search strategy relate to:
The special LibGuide search strategy has more on setting up successful search strategies.
See also the special Libguide on Evaluating sources
Belangrijke versies van Wikipedia:
De taalversies zijn géén 1-op-1 vertalingen. Bekijk steeds welke taalversie het beste artikel heeft voor jouw onderwerp. Vaak, maar lang niet altijd, is de Engelse versie het meest uitgebreid en/of betrouwbaar.
Bekijk de lijst met gegevens over alle taalversies van Wikipedia
Als je te veel resultaten hebt om allemaal te gebruiken/bekijken kun je:
Als je te weinig resultaten krijgt, kun je:
Je kunt de wetenschappelijkheid (maar niet per se ook de kwaliteit) van een tijdschriftartikel deels afleiden uit het tijdschrift waarin het is gepubliceerd. Als het goed is staat in het tijdschrift of op de site van het tijdschrift welke criteria het tijdschrift hanteert. Veel wetenschappelijke tijdschriften controleren deze via een zogenaamd peer review proces. Hiervoor wordt het artikel blind voorgelegd aan door de redactie uitgezochte deskundigen (dat kan wereldwijd zijn). Het tijdschrift waar een stuk uit komt garandeert zo een soort minimale wetenschappelijke kwaliteit. Het betekent echter niet dat artikelen uit peer reviewed tijdschriften altijd beter zijn dan die uit tijdschriften zonder peer review.
Als een (modern) tijdschrift is opgenomen in het bestand Web of Science of Scopus mag je er van uitgaan het het peer reviewed is. In andere gevallen zul je dat zelf moeten controleren op de site van het tijdschrift of in de tijdschriftenlijst.
Tijdschriften stellen soms zeer hoge eisen aan artikelen en sommige wijzen meer dan 90% van de ingediende artikelen af, voor een flink deel al voorafgaand aan de peer review. Die zogenaamde rejection rate kan een tijdschrift zelfs status geven.
Eisen die tijdschriften stellen betreffen altijd originaliteit en belang voor de (voortgang van de) wetenschap. Daarnaast zijn er veel extra eisen zoals helderheid van het betoog, taal en de juiste verwijzingen. Soms wordt ook geëist dat data openbaar worden gemaakt.
Maar let op: ook zwaar wetenschappelijke tijdschriften bevatten soms niet-wetenschappelijke stukken, zoals ingezonden brieven, boekbesprekingen, nieuws, commentaren, opinie en redactionele inleidingen. Deze zijn vaak uitgezonderd van de peer review controle. Je gaat er dus ook anders mee om als je ze gebruikt.
Als je gaat citeren, ervaar je direct gemak van de volgende tips:
There are dozens of dedicated reference management tools. The best known and most widely used are:
Achternaam voorletter. Titel artikel: Ondertitel. Tijdschriftafkorting. Jaar Maand Dag; jaargang (tijdschriftaflevering); pagina
Greenhalgh T. Publishing your medical research paper: What they don't teach you at medical school. BMJ. 1999 Feb 27; 318(7183): 610.
Er is niet altijd één auteur; de uitgebreide informatie bij volume(issue) is niet altijd aanwezig; meestal zijn er ook meerdere pagina's. Daarom volgt nog een volgend voorbeeld:
Jagosh J, Macaulay AC, Pluye P, Salsberg J, Bush PL, Henderson J, et al. Uncovering the benefits of participatory research: Implications of a realist review for health research and practice. Milbank Q. 2012 June; 90(2): 311-46.
NB1: Alleen de eeste zes auteurs worden genoemd; de rest wordt samengevat met: 'et al.'
NB2: Indien een DOI (Digital Object Identfier) aanwezig is, kun je die als laatste element ook nog toevoegen.
Achternaam voorletter(s). Titel artikel. In: Achternaam voorletter(s), editors. Titel bundel. Plaats van uitgave: uitgever; jaar van uitgave. paginanummers
Meltzer PS, Kallioniemi A, Trent JM. Chromosome alterations in human solid tumors. In: Vogelstein B, Kinzler KW, editors. The genetic basis of human cancer. New York: McGraw-Hill; 2012. p.93-113.
NB1: Van eerste drukken wordt geen editie vermeld.
NB2: Bij e-books: Zet na de titel van het hoofdstuk het woord [Internet]. Zet na de paginanummers aan het einde: [Geraadpleegd op: jaar-maand-dag]. Zet daarna: Beschikbaar via: ....(URL)
Uitgevende instantie. Titel. [Internet]. Available from: URL. Accessed Date of access)
European Space Agency. ESA: Missions, Earth Observation: ENVISAT. [Internet]. Available from: https://envisat.esa.int/. [Accessed 3rd July 2008].
Nederlands Huisartsen Genootschap. Samenvattingskaart Anemie, in herziening 2003. [Internet]. Available from: https://www.nhg.org/standaarden/samenvatting/anemie . [Accessed 11th September 2013].
NB. Zorg dat de links die je opneemt wel werkende links zijn! Het beste kun je een langdurig geldende of permanente hyperlink gebruiken, bijvoorbeeld de DOI (digital object identifier). Gebruik nooit hyperlinks uit zoekacties. Die gaan vaak gepaard met een (zoek)sessie code. Als de zoeksessie voorbij is werkt de hyperlink niet meer.
Auteur, voorletter(s) [zonder puntjes]. Titel boek. Editie. Plaats van uitgave: uitgever; jaar van uitgave
Wolf K, Allen R, Saavedra AP. Fitzpatrick's color atlas and synopsis of clinical dermatology. 7th ed. New York: McGraw-Hill; 2013.
Bij boeken kan het voorkomen dat er geen auteurs zijn, maar dat een organisatie de uitgevende instantie is. Bijvoorbeeld: American Veterinary Medical Association. Dit zet je dan op de plaats van de auteur(s).
Ook kan het voorkomen dat er helemaal geen auteur is. Bijvoorbeeld: The Oxford concise medical dictionary. In dat geval laat je de auteurs weg.
NB1: Van eerste drukken wordt geen editie vermeld.
NB2: Bij e-books: Zet na de titel het woord [Internet]. Zet na het publicatiejaar: [Geraadpleegd op: jaar-maand-dag]. Zet daarna: Beschikbaar via: ....(URL)
Citatiestijlen kunnen onderverdeeld worden in twee basistypen:
Voordat je je in zeer specialistische literatuur stort is het prettig wat meer over je onderwerp te lezen in naslagwerken. Er zijn naast de heel algemene multidisciplinaire naslagwerken ook duizenden onderwerpsgerichte naslagwerken die je veel steun kunnen bieden:
In praktijk zijn er geen strakke grenzen tussen deze categorieën.
Deze soorten naslagwerken vind je relatief simpel met een gevanceerde zoekactie in de catalogus. Het voorbeeld hieronder maakt duidelijk hoe. In plaats van de term energy kun je willekeurig welk onderwerp invullen. Een groeiend deel van de resultaten is online raadpleegbaar.
Je kunt ook spelen met andere termen voor naslagwerken: dictionary, compendium, gazetteer, manual, textbook en eventueel woorden afbreken op de stam, bijvoorbeeld: encyclop*. Wil je niet-Engelstalig werk vinden, dan zul je natuurlijk ook met niet-Engelstalige termen moeten zoeken.
De allerbelangrijkste naslagwerken zijn vaak ook opgenomen in de lijst met zoeksystemen van de bibliotheek.
Vorm
Meer dan één publicatie van identieke auteur(s) in één jaar
Meerdere auteurs van dezelfde publicatie
Verwijzingen naar meer dan één bron in de tekst
Verwijzen naar (letterlijk) citaat of hoofdstuk
Bij gebruik van ander materiaal is het extra belangrijk zelf te controleren wat het niveau is. Dit alles uiteraard onder voorwaarde dat de bron inhoudelijk relevant is.
Welke zoeksystemen passen het beste bij mijn onderwerp? Zijn er handige, betrouwbare, aanbevolen websites?
De Universiteitsbibliotheek Utrecht biedt overzicht en toegang tot diverse globale zoeksystemen. Bekijk ook per vakgebied een overzicht met zoeksystemen . Lees de korte beschrijvingen en kies het systeem dat het beste bij jouw zoekvraag past.
Het evalueren van je bronnen op relevantie ligt voor de hand. Evalueren op wetenschappelijkheid doe je vooral om de betrouwbaarheid van je eigen stuk te verhogen. Indirect wordt die mede bepaald door de bronnen die je gebruikt. Als het wetenschappelijk niveau van bronnen waarop jij je betoog baseert buiten kijf is, zal men zich minder snel afvragen of het niveau wel in orde is.
Correct citeren vergroot de leesbaarheid en controleerbaarheid/betrouwbaarheid van publicaties.
Door je bronnen correct en volledig te vermelden, maak je duidelijk welke informatie je van andere auteurs hebt overgenomen en waar de lezer de oorspronkelijke informatie kan vinden. Zo kan hij/zij controleren of je de informatie juist hebt weergegeven.
Goed citeren draagt bij aan de transparantie van wetenschappelijke communicatie en het voorkomen van plagiaat.
Ook maak je de lezer duidelijk hoe jouw publicatie zich verhoudt tot andere publicaties op hetzelfde terrein en wijs je op publicaties die interessant zouden kunnen zijn.
Lees ook wat Wikipedia zelf schrijft over het gebruik van Wikipedia in onderzoek.
Wikipedia is een extreem groot (70x de omvang van een gedrukte encyclopedie) algemeen online naslagwerk, gemaakt door vrijwilligers (van tiener tot emeritus professor), beschikbaar in vele taalversies. Wikipedia is gratis, maar toch zonder reclame, en krijgt alleen geld uit donaties. Wikipedia kan door iedereen worden aangepast en de kwaliteit van de artikelen is dus niet overal gelijk. Achter de schermen is elke aanpassing zichtbaar en bediscussieerbaar. Het is ook goed te weten wat Wikipedia niet is.
Citeerregels geven aan hoe gebruikte literatuur in de tekst, eventuele voet- of eindnoten en de literatuurlijst moet worden genoteerd. De regels liggen vaak vast in een zogenaamde citatiestijl.
Web of Science is een zoeksysteem voor wetenschappelijke literatuur op alle vakgebieden.
Daarnaast wordt van veel artikelen vermeld naar welke artikelen de auteur verwijst en door welke auteurs het desbetreffende artikel later geciteerd is. Zodoende vind je makkelijk verwante publicaties en kun je achterhalen hoe een belangrijk artikel van invloed is geweest.
In de speciale LibGuide Web of Science staan de details van de vele zoekmogelijkheden en extra's van Web of Science.
Als je naast weteschappelijke publicaties ook informatie uit webpagina's wilt gebruiken moet je daarbij extra voorzichtig zijn en nadenken welke rol je die informatie geeft in je betoog of analyse.
Stel jezelf bij webpagina's de volgende vragen en wees erg voorzichtig als het antwoord vaak nee is.
Wikipedia is in de Wetenschap goed te gebruiken als hulpmiddel in de verkennende fase van onderzoek. Vooral bij het bedenken van zoektermen, concepten, verwante onderwerpen e.d. werkt Wikipedia snel en vaak goed.
Gebruik Wikipedia voor het bedenken van zoektermen door:
Sneeuwbalmethode: je zoekt op basis van een geschikte publicatie die je al gevonden hebt. Bijvoorbeeld andere publicaties van diezelfde auteur, of je zoekt naar andere bronnen via de literatuurlijst van een artikel (auteurs maken namelijk gebruik van andere publicaties als bron voor hun eigen werk, die bronnen worden dan vermeld in de literatuurlijst/bibliografie van de nieuwe publicatie). Met het zoeken naar referenties in een literatuurlijst ga je terug in de tijd naar oudere publicaties.
Citatiezoeken: ook hierbij zoek je op basis van een geschikte publicatie die je al gevonden hebt. Dit keer ga je kijken of deze publicatie door anderen geciteerd is. Bekijk de gevonden bronnen om te zien of ze voor jou relevant zijn. In dat geval kan je ook bij deze bronnen weer op zoek gaan naar citerende publicaties. Gebruik bij deze methode een citatiedatabase zoals Web of Science of Scopus of zoek in Google Scholar. Met deze methode ga je vooruit in de tijd naar nieuwere artikelen. Hou er wel rekening mee dat een recent gepubliceerd artikel mogelijk nog geen of weinig citaties heeft.
Catalogusmethode: Met zelfbedachte zoektermen zoeken in een zoekmachine die literatuur in een bepaalde collectie/verzameling doorzoekbaar maakt. Bijvoorbeeld in WorldCat.
Systematisch zoeken: je zoekt op basis van (gecombineerde) zoektermen in zoekmachines die literatuur op een bepaald vakgebied (of alle vakgebieden) doorzoekbaar maken (ongeacht de beschikbaarheid), met de bedoeling zo veel mogelijk literatuur over dat onderwerp te vinden. Je kunt hierbij uitbreiden (zoektermen die je tegen komt toevoegen) en beperken (zoektermen laten vervallen of limiteren op bijv. publicatiejaar). Bij systematisch zoeken kun je gebruik maken van meerdere zoektechnieken.
Snowball method: You search on the basis of a suitable publication you have found earlier. For example other publications by the same author, or you go searching for other sources in the reading list of a relevant publication (authors make use of the work of others as a source for their own work, these sources will be mentioned in the reading list of the new publication). This way of searching for references goes back in time to older publications.
Citation searching: see if the article you found has been cited, and if so, have a look at this new article. If this article is also relevant you can see if this article has also been cited, and so on. Use a citation database, like Web of Science, Scopus or search Google Scholar. This search method goes forward in time to newer articles. Please take into account that a recent article may have no citations yet or only just a few.
Catalogue method: Searching with search terms of your own choosing in a search engine that makes literature in a certain collection/collection searchable. For example in WorldCat.
Systematic method: you search on the basis of (combined) search terms in search engines which make literature in a certain discipline (or all disciplines) searchable (regardless of availability) with the intention of finding as much literature as possible on that subject. You may expand (adding search terms you have found) or limit (cancelling search terms or filter on year of publication). You can use several search techniques in the systematic method.
Bij belangrijke zoekacties voor een groter werkstuk of thesis is het een goed idee om als onderdeel van je zoekstrategie een zoekprofiel te maken. Met andere woorden: schrijf op in een document wat je gaat doen / gedaan hebt en welke keuzes daaraan ten grondslag liggen / lagen.
In een zoekprofiel zet je bijvoorbeeld:
Tijdens het zoeken kun je uiteraard zaken wijzigen, toevoegen of afstrepen als ze zijn gedaan of (bij zoektermen bijvoorbeeld) toch niet nuttig bleken.
Voor een effectieve zoekstrategie kun je jezelf 4 vragen stellen:
1. Wat zoek ik?
a. Over welk onderwerp zoek je informatie?
b. In welk type document kun je die informatie vinden?
Formuleer dan een goede zoekvraag met de meest geschikte zoektermen.
2. Waar zoek ik?
Kies de geschikste databank/catalogus/website en die keuze is weer afhankelijk van het antwoord op vraag 1a en b. De bibliotheek geeft per vakgebied toegang tot zoeksystemen.
3. Hoe zoek ik?
a. Zoek efficiënt: gebruik relevante zoektermen in de juiste combinatie en benut de functionaliteit van de databank/zoekmachine;
b. Er zijn verschillende zoekmethodes. De bibliografische/systematische methode (met zoektermen zoeken in wetenschappelijke zoekmachines) en de sneeuwbal/citatiemethode (uitgaan van iets wat je al hebt) zijn de belangrijkste. Hoe je deze methodes precies kunt inzetten, hangt af van de mogelijkheden die het zoeksysteem biedt.
In de LibGuide Zoekstrategie lees je meer over het opzetten van een zoekstrategie.
4. Hoe selecteer/beoordeel ik?
a. Geeft de gevonden informatie antwoord op je onderzoeks(deel)vraag en
b. Is de kwaliteit van deze informatie goed?
Ga voor antwoorden op deze vragen naar de LibGuide Bronnen evalueren.
Als je in een zoekactie meer dan één zoekterm gebruikt, zoeken de meeste zoekmachines naar documenten waar alle genoemde termen in voorkomen. Wil je zoektermen op een andere manier combineren? Dan moet je dat zelf aangeven met zogenaamde operatoren. Deze manier van zoeken wordt ook wel Booleaans zoeken genoemd (naar George Boole).
De operatoren die je meestal kunt gebruiken zijn:
Je kunt operators combineren, net zoals in wiskundige vergelijkingen. ‘AND’ gaat voor, behalve als je haakjes gebruikt om woorden die bij elkaar horen te groeperen:
(youth OR adolescent* OR "young adults") AND (bully* OR "peer harassment")
LET OP! Operatoren en wildcards kunnen verschillen per zoeksysteem.
Andere zoektechnieken die je kunt gebruiken:
If you use more than one search term in your search, most search engines will look for documents in which all entered terms occur. Would you like to combine search terms in another way? In that case, you need to use so-called operators. This search method is also called a Boolean search (after George Boole).
The operators most frequently used:
You can combine operators, much like in mathematical equations. ‘AND’ takes priority unless you use brackets to group concepts: (youth OR adolescent* OR "young adults") AND (bully* OR "peer harassment").
Please take note: operators and wildcards may differ among search engines.
Other techniques you can use:
The way you search is a combination of a search method, the accompanying search techniques and the structure of your search.
Search methods:
Search techniques:
Execution of your search:
In the special LibGuide search strategy you will find more information about search methods and search techniques.
Het bedenken van de juiste zoektermen is een van de belangrijkste onderdelen van je zoekstrategie.
Ga bij elk onderdeel van je zoekvraag op zoek naar de bijbehorende termen. Denk hierbij aan:
Denk bij elk van deze termen ook aan de verschillende woordvormen:
Corrigeer je zoektermen naar aanleiding van wat je tegen komt in je zoekresultaten. Als je dit van het begin af aan doet zie je snel welke (nieuwe) termen de juiste resultaten opleveren en welke niet. Herhaal dit zolang als nodig.
Je hoeft niet alles zelf te verzinnen. Maak gebruik van hulpmiddelen:
Als je in een zoekactie meer dan één zoekterm gebruikt, zoeken de meeste zoekmachines naar documenten waar alle genoemde termen in voorkomen. Wil je zoektermen op een andere manier combineren? Dan moet je dat zelf aangeven met zogenaamde operatoren. Deze manier van zoeken wordt ook wel Booleaans zoeken genoemd (naar George Boole).
De operatoren die je meestal kunt gebruiken zijn:
Je kunt operators combineren, net zoals in wiskundige vergelijkingen. ‘AND’ gaat voor, behalve als je haakjes gebruikt om woorden die bij elkaar horen te groeperen:
(youth OR adolescent* OR "young adults") AND (bully* OR "peer harassment")
LET OP! Operatoren en wildcards kunnen verschillen per zoeksysteem.
De zoektermen die je gebruikt zijn cruciaal voor een goed zoekresultaat. Het is zeer aan te bevelen vooraf zo uitputtend mogelijk termen te verzinnen waarop je zou kunnen zoeken. Achteraf blijkt vaak dat slechte zoekresultaten te wijten zijn aan verkeerde, te algemene, te specialistische of te weining zoektermen.
Uitgaande van een eerste zoekterm kun je meer termen bedenken door het onderstaande schema zo ver als mogelijk in te vullen. Met woordvarianten wordt bedoeld enkelvoud/meervoud, zelfstandig/bijvoeglijk gebruikt en werkwoordsvervoegingen, bijvoorbeeld: migration, migrations, migrate, migrating, migrated. En dan heb je ook nog afkortingen (CAD / Computer Aided Design). Er zijn geen zoekmachines die automatisch op al deze varianten zoeken. Veel professionele systemen ondersteunen wel afbreken op de door alle varianten gedeelde stam van het woord, vaak met een asterisk. In dit geval dus: migrat*.
soort term |
vaktermen in
hoofdtaal v/h
vakgebied
|
evt.
vertalingen
vaktermen
|
populaire
termen
in hoofdtaal
v/h vakgebied
|
evt.
vertalingen
populaire
termen
|
synoniemen
+ woordvarianten
en spellingsvarianten
daarvan
|
||||
bredere termen
+ woordvarianten
en spellingsvarianten
daarvan
|
||||
smallere termen
+ woordvarianten
en spellingsvarianten
daarvan
|
||||
verwante termen
+ woordvarianten
en spellingsvarianten
daarvan
|
||||
antoniemen (tegengestelden)
+ woordvarianten
en spellingsvarianten
daarvan
|
Naast Engels en Nederlands zijn nog andere talen van belang: voor sommige vakgebieden (uiteraard talen, cultuur, maar ook filosofie en theologie) en voor sommige onderwerpen en gebieden (Latijns-Amerika, Franstalig Afrika). Voor sommige vakken (biologie, geneeskunde) zijn ook Latijnse termen van belang
Los van al deze termen die samenhangen met je hoofdterm kun je ook nog termen bedenken die op een of andere manier je onderwerp verder inkaderen:
Je hoeft niet alle zoektermen helemaal zelf te bedenken. Zeker in een niet-moederstaal is je actieve woordenschat meestal een stuk kleiner dan je passieve: je (her)kent de woorden wel, maar komt er niet op. Maak dus gebruik van alles wat jou suggesties doet voor goede zoektermen:
Inhoudelijke bronnen als hulpmiddel:
Taalthesauri: lijsten met synoniemen en verwante begrippen in een bepaalde taal, die je vaak wel passief, maar niet actief kent:
Vertaalwoordenboeken
meer over woordenboeken op de website van de Universiteitsbibliotheek Utrecht
Voor wetenschappelijke termen:
Voor geografische namen:
veel meer Geo gazetteers en namendatabases via UNGEGN
NB Let bij geografische namen op dat deze door de tijd kunnen wijzigen (Indië-Indonesië, Birma-Myanmar) en dat de spelling soms heel subtiel verschilt in verschillende talen (Chili-Chile, Birma-Burma).
Gebruik onze Handleiding RefWorks-3
Onder SNEL-AAN-DE-SLAG maak je in een paar minuten kennis met de vier basale stappen:
Onder andere tabs staan gedetailleerde aanwijzingen voor het
Voer eerst onderstaande stap uit
Gebruik vervolgens de Handleiding EndNote voor aanwijzingen hoe je dit programma handig kunt gebruiken.
Hulp van EndNote zelf is te vinden via https://endnote.com/training, en ook via Clarivate EndNote LibGuide
Voer eerst onderstaande stap uit
Ga naar Zotero, klik op download now en download en installeer Zotero Standalone. Ga terug naar de Zotero download pagina, scroll helemaal naar beneden en installeer de bookmarklet in je browser. Zorg ervoor dat je favorieten zichtbaar zijn in je browser. Deze bookmarklet ondersteunt het makkelijk importeren van bibliografische gegevens.
De Microsoft Word plugin wordt (doorgaans) automatisch mee geinstalleerd. Er wordt in Word een extra tabblad zichtbaar "Zotero". Als dit niet zo is, kun je de Invoegtoepassing alsnog installeren vanuit Zotero. Sluit hiervoor MS Word helemaal af, ga in Zotero naar: Bewerken > Voorkeuren > Citeren > Tekstverwerkers, en installeer de add-on nogmaals. Als dit ook niet werkt, kijk dan bij de oplossingen van Zotero zelf (in 't Engels): https://www.zotero.org/support/word_processor_integration
Activeer de library lookup functionality (=UBUlink) door Zotero-stand-alone te starten en dan onder: Bewerken > Voorkeuren > Geavanceerd >openurl de volgende url in te typen: "https://utrechtuniversity.on.worldcat.org/atoztitles/link?" (mét het vraagteken maar zónder de aanhalingstekens)
Gebruik vervolgens de Handleiding Zotero voor aanwijzingen hoe je dit programma handig kunt gebruiken.
Hulp van Zotero zelf is te vinden via https://www.zotero.org/support/
Voer eerst onderstaande stap uit
Ga naar Mendeley, maak een gratis account aan en download de software om Mendeley op je computer te installeren. Installeer dan de Mendeley Importer in je browser en installeer ook de Add on (plug in) voor Word (de zogenaamde Mendeley Cite-o-Matic); dit is de tool waarmee je citaties importeert tijdens het schrijven van je stuk.
Gebruik vervolgens de Handleiding Mendeley voor aanwijzingen hoe je dit programmam handig kunt gebruiken.
LexisNexis Academic is een gigantische database met de volledige tekst van artikelen in Nederlandse en buitenlandse kranten en nieuwsmagazines van 1992 tot en met de krant van vanochtend.
Onze versie van LexisNexis bevat slechts beperkt juridische en bedrijfsinformatie.
LexisNexis Academic is veel completer in dekking van krantenberichten dan bijvoorbeeld Google News. Ook gaat het veel verder terug. Het is uitstekend geschikt om (oud) nieuws te vinden en achtergrondartikelen die in de loop der jaren zijn verschenen in de kranten. Voor Nederland zijn ook de meeste regionale kranten opgenomen.
In de LexisNexis Academic-LibGuide staat uitgebreide informatie over dit systeem.
Although Google Scholar and to a lesser extent Scopus (2800 OA journals) and Web of Science (725 OA journals) include Open Access articles, it might be convenient to check search engines containing mostly Open Access material (incling author provided Green Open Access content) if you cannot find what you are looking for in another way:
If you want to find out what journals are Open Access you can check the Directory of Open Access Journals. There you will find more than 7500. Did you know by the way that Utrecht University also publishes Open Access journals?
PiCarta is een Nederlandse multidisciplinaire zoekmachine die een centrale zoekoptie biedt voor de collecties van ca. 400 Nederlandse bibliotheken: de Koninklijke Bibliotheek, de universiteitsbibliotheken en grote openbare bibliotheken en diverse instellingsbibliotheken. De inhoud is deels niet-wetenschappelijk, wat een extra kritische selectie vereist.
Picarta de eerst aangewezen zoekmachine voor het controleren van aanwezigheid van boeken, tijdschriften en ander materiaal in Nederlandse bibliotheken. Picarta is ook het beste algemene zoeksysteem voor het zoeken van Nederlandstalige tijdschriftartikelen.
De belangrijkste kenmerken van PiCarta:
ReCollection is een serious game die door 9 studenten Informatica van de Universiteit Utrecht en 2 studenten van het Creative College van ROC Amersfoort is gemaakt in opdracht van de Universiteitsbibliotheek Utrecht. De ontwikkeling vond plaats in het kader van het Game en Software project uit de bachelor opleiding Informatica van de Universiteit Utrecht. De game is gemaakt in de eerste helft van 2014. Versie 1.0 van de game is beschikbaar sinds 4 juli 2014.
Het spel bestaat uit een aantal quests. Tijdens die quests wordt de speler zich langzaam maar zeker gewaar wat van belang is bij het zoeken van en omgaan met voor wetenschap relevante bronnen. Het spel draagt zo bij aan bewustwording van het belang van informatievaardigheden. Het volledig spelen van het spel duurt 40-80 minuten. Het spel opent met een 'tutorial quest' die de bedoeling en werking van het spel duidelijk maakt.
ReCollection is volledig webbased (HTML5, javascript) en vereist dus geen download of installatie. Het draait in elke moderne browser (Chrome, Firefox 28 of hoger, IEX of hoger), maar op dit moment het meest soepel in Chrome. Het werkt niet in IE8 en IE9. Het spel vereist een schermresolutie van minimaal 960x600 pixels. Het spel kan worden opgeslagen om later verder te kunnen spelen, maar dit gebeurt in het browsergeheugen, waardoor het alleen werkt als je op hetzelfde apparaat verder speelt. Dit werkt niet op publieke computers waarvan het browsergeheugen telkens automatisch wordt gewist bij uitloggen.
Het spel wordt gedeeld onder een GNU public license, met als beperking dat commercieel gebruik niet is toegestaan. Het auteursrecht ligt bij het department Informatica van de Universiteit Utrecht. Niet commercieel gebruik, aanpassing, uitbreiding en verspreiding is toegestaan volgens de voorwaarden van de GNU license en met volledige vermelding van de rechthebbenden.
De universiteitsbibliotheek gaat in 2015 experimenteren met toepassing van het spel. Een interessante toepassing kan zijn het spel te laten spelen en na afloop in een groep te discussiëren over wat de game duidelijk maakt over zorgvuldig zoeken en gebruiken van bronnen. Intussen kan iedereen het uitproberen en kennismaken met de geeky Zenerio, de aangeschoten Mr. Choll, boekenwurm Belia, roddelkous Mrs. Choll, de nukkige tuinman en meer leden van de Secret Society. Maar wat is jou, de speler, toch overkomen?
ReCollection is een serious game die door 9 studenten Informatica van de Universiteit Utrecht en 2 studenten van het Creative College van ROC Amersfoort is gemaakt in opdracht van de Universiteitsbibliotheek Utrecht. De ontwikkeling vond plaats in het kader van het Game en Software project uit de bachelor opleiding Informatica van de Universiteit Utrecht. De game is gemaakt in de eerste helft van 2014. Versie 1.0 van de game is beschikbaar sinds 4 juli 2014.
Het spel bestaat uit een aantal quests. Tijdens die quests wordt de speler zich langzaam maar zeker gewaar wat van belang is bij het zoeken van en omgaan met voor wetenschap relevante bronnen. Het spel draagt zo bij aan bewustwording van het belang van informatievaardigheden. Het volledig spelen van het spel duurt 40-80 minuten. Het spel opent met een 'tutorial quest' die de bedoeling en werking van het spel duidelijk maakt.
ReCollection is volledig webbased (HTML5, javascript) en vereist dus geen download of installatie. Het draait in elke moderne browser (Chrome, Firefox 28 of hoger, IEX of hoger), maar op dit moment het meest soepel in Chrome. Het werkt niet in IE8 en IE9. Het spel vereist een schermresolutie van minimaal 960x600 pixels. Het spel kan worden opgeslagen om later verder te kunnen spelen, maar dit gebeurt in het browsergeheugen, waardoor het alleen werkt als je op hetzelfde apparaat verder speelt. Dit werkt niet op publieke computers waarvan het browsergeheugen telkens automatisch wordt gewist bij uitloggen.
Het spel wordt gedeeld onder een GNU public license, met als beperking dat commercieel gebruik niet is toegestaan. Het auteursrecht ligt bij het department Informatica van de Universiteit Utrecht. Niet commercieel gebruik, aanpassing, uitbreiding en verspreiding is toegestaan volgens de voorwaarden van de GNU license en met volledige vermelding van de rechthebbenden.
De universiteitsbibliotheek gaat in 2015 experimenteren met toepassing van het spel. Een interessante toepassing kan zijn het spel te laten spelen en na afloop in een groep te discussiëren over wat de game duidelijk maakt over zorgvuldig zoeken en gebruiken van bronnen. Intussen kan iedereen het uitproberen en kennismaken met de geeky Zenerio, de aangeschoten Mr. Choll, boekenwurm Belia, roddelkous Mrs. Choll, de nukkige tuinman en meer leden van de Secret Society. Maar wat is jou, de speler, toch overkomen?
TIP
Als het je duizelt van de vele verschillende zoekmachines en databases kun je deze als favoriet vastleggen. Dat kun je heel makkelijk doen met je Personal Library.
Na inloggen met Solis-ID kies je jouw vakgebied met een selectie van relevante databases en tijdschriften.
Je kunt deze persoonlijke bibliotheek zelf verder inrichten met andere bronnen, boeken, artikelen, attenderingen vanuit je eigen bronnen en zoekresultaten binnen de tab Literatuur. Je kunt deze referenties verrijken met samenvattingen en metadata en ook delen als je samenwerkt aan een groepsopdracht.